Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

standplaats

betekenis & definitie

v./m. (-en),

1. plaats waar iemand of iets op zeker ogenblik staat of zich bevindt; plaats waar een schip zich op een bepaald ogenblik bevindt;
2. vaste plaats waar iemand of iets gewoonlijk staat of zich bevindt: -voor taxi’s;
3. ambtelijke woonplaats: de eerste — van een predikant;
4. (ecologie) het geheel van factoren en eigenschappen dat de groeiplaats van een plant bepaalt: klimaatfactoren en substraatfactoren (bodem of water) (e).

(e) De invloed op een standplaats is van velerlei aard en gaat zowel uit van het milieu (geografische ligging, straling, weersinvloeden, bodemeigenschappen) als van het bos zelf (beschutting, verandering van de bodem door de vegetatie). Tot de belangrijkste standplaatsfactoren worden gerekend licht, warmte, vochtigheid en minerale rijkdom. De eerste twee worden in grote lijnen bepaald door het heersende klimaat tijdens de vegetatieperiode. Daarnaast ondervindt de vegetatie sterke invloed van hoogteligging, oriëntatie en steilheid van hellingen enz. De factor vochtigheid wordt bepaald door de neerslag en zijn verdeling over de seizoenen, maar bovendien in sterke mate door het vermogen van de bodem vocht op te slaan en ter beschikking van de plant te houden. Dit vermogen van de bodem is weer afhankelijk van topografische en geologische omstandigheden (helling, dikte waterbergende laag, porositeit en korrelgrootte).

De minerale rijkdom van de standplaats wordt in de natuur bepaald door de aard van het gesteente en de daaruit onder invloed van verwering en begroeiing gevormde bodem. Een aantal factoren kan als praktisch onveranderlijk gelden. Andere kunnen door de mens gewijzigd worden nl. die welke door de aard van de begroeiing beïnvloed worden en de minerale rijkdom, die door bemesting verhoogd kan worden.

< >