[Fr.], m./o. (-s, -nen),
1. lint-of koordvormig weefsel, m.n. voor het versieren van uniformen en livreien; gewoonlijk van gouden zilverdraad, maar ook van zijde, wol enz. vervaardigd: gevlochten —, tres;
2. (bij uitbreiding) band van wol, zijde of andere stof, ofwel in de stof geweven streep van andere kleur, dienend als belegsel of sieraad, b.v. langs een naad van een broek: een lichtblauwe broek met een geel —;
3. (bouwkunde) een met versiersels opgewerkte platte band of lint ter omwinding van verschillende ornamenten.