Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

galg

betekenis & definitie

v./m. (-en),

1. toestel waarmee men de doodstraf door ophanging voltrekt (e);

halve —, paal met één arm, tot galg dienende, ook mikgalg of wel eenvoudig galg genoemd; aan de — zijn leven eindigen, sterven, een smadelijke doodstraf ondergaan; aan de — komen, (ge)raken, door de galg aan zijn eind komen; iemand aan de — helpen, praten, door beschuldiging of getuigenis maken, dat hij tot de galg, althans ter dood veroordeeld wordt; (ook) iemand verraden door zijn mond voorbij te praten; iemand van de — helpen, verlossen, iemand die tot de galg veroordeeld is of er gevaar van loopt, daarvan bevrijden; iemand tot de — veroordelen, naar de — zenden, hem veroordelen om opgehangen te worden; loop naar de —, platte verwensing; voor de — geboren zijn, een onverbeterlijke deugniet zijn; (zegsw.) die tot de — geboren is, verdrinkt niet, de booswicht ontgaat de hem toekomende straf niet; voor de —, voor — en rad opgroeien, van jonge deugnieten gezegd, van wie de opvoeding geheel verwaarloosd wordt; die jongens zijn de — ontwassen, zijn voor geen verbetering meer vatbaar; de — ziet hem de ogen uit, hij ziet eruit als een schelm die eenmaal opgehangen zal worden; hij ziet eruit of hij van de — gedropen is, hij ziet eruit als een schelm van de ergste soort; het (dat) is boter aan de — (gesmeerd), alle moeite die men zich geeft (m.n. voor iemands zedelijke verbetering) is ijdel, het is vergeefse moeite; (zeven is) een — vol, zeven personen (ontleend aan het getal misdadigers dat de grote, op drie stijlen rustende galg bevatten kon); die zich dood werkt, wordt onder de — begraven, die zich bij het werken al te zeer inspant, heeft toch geen loon of dank te wachten (zinspeling op gehangen dieven die zich in de eigenlijke zin dood werken, d.i. in de strop doodspartelen, en dan, wanneer hun lijk afvalt, onder de galg hun graf vinden); het is beter onder de — gebiecht dan nooit, beter laat zijn ongelijk erkend dan nooit;

2. (fig.) doodstraf door ophanging;

daar staat de — op; al stond er de — op, trots alle verbod en straf; iets op de — verbieden, op straffe van hangen;

3. (bij verg.) toestel, staak, standaard waaraan iets wordt of kan worden opgehangen, b.v. een microfoon, een nummer;

(oude scheepsbouw) houten stelling, bestaande uit twee stijlen met een dwarsbalk, geplaatst op het opperdek voor of achter de masten; (visserij) stalen constructie op trawlers waaraan men het trawlblok hangt; (veeteelt) toestel tot het meten van paarden, bestaande uit een stijl of paal, waarin een dwarshout naar de grootte van het dier hoger of lager met pennen vastgestoken wordt; houten staak boven een put, voorzien van een beweegbare arm of hefboom die tot het oplichten van de emmer dient, putgalg; (houthandel) stellage in de vorm van een galg om balken en planken tegenaan te zetten; (bij het lithograferen) houten of ijzeren dwarsrichel met leer bekleed;

4. bretel.

(e) De galg bestaat hetzij uit twee opstaande palen, verbonden door een dwarsbalk, hetzij uit één opstaande paal waaraan een dwarsbalk bevestigd is. De doodstraf door ophanging, die steeds als zeer onterend heeft gegolden, vond tot 1965 in Groot-Brittannië toepassing voor moord (de doodstraf bestaat daar nog voor hoogverraad) en was tevens een van de straffen die tijdens het Proces van Neurenberg na de Tweede Wereldoorlog opgelegd werd aan de Duitse oorlogsmisdadigers, →doodstraf.

< >