m. (-en),
1. (ook: Vlaamse gaai, meerkol), inheemse vogel (Garrulus glandarius) uit de familie van de ➝kraaiachtigen;
2. mikvogel, houten vogel, op een hoge staak of mast geplaatst, waarnaar, m.n. in Brabant en Vlaanderen, volgens oudvaderlands gebruik met kruisof handboog geschoten wordt of waarnaar, de gaai op een ijzeren pen aan het boveneinde van een hellend vlak geplaatst zijnde, met kleine platronde bollen met forse gooi geworpen of ‘gebold’ wordt; het vermaak zelf heet naar de — schieten en naar de — bollen, of in één woord gaaischieten of gaaibollen;
3. houten staak, wip of schutsboom waarop de houten gaai staat.
