v. (-n, -s), systematische ontleding van een functie in taken, processen en handelingen door middel van observatie of interview van personen die met de functie vertrouwd zijn.
(e) De functieanalyse kan gericht zijn op de feitelijke en op de gewenste functievervulling. Een probleem is, dat deze methode niet gemakkelijk kan worden toegepast op ‘middle management’-niveau en daarboven. In deze gevallen zal de nadruk meer liggen op doelstellingsanalyses (afgeleid uit de organisatiedoelen) en minder op een vergaande functieontleding. Ook ten aanzien van de lagere functieniveaus bestaat een tendens in de richting van vermindering van het aantal gehanteerde maatstaven. T.Paterson gaat zelfs zo ver alle functies te classificeren volgens één maatstaf: het ‘beslissend vermogen’, dat aansluit bij het door E.Jacques genoemde functiegedeelte waarover vrijheid van beslissing bestaat (zie functie. PSYCHOLOGIE); dit is het vermogen van de functionaris dat vereist is om de meest geschikte alternatieven te kiezen voor het bereiken van de gestelde doelen. Functieanalyse wordt gebruikt voor het uitwerken van een goede organisatiestructuur en voor het voeren van een doelgericht selectieen promotiebeleid van de organisatie, gekoppeld aan een rechtvaardig beloningssysteem.
LITT. E.Jacques, Equitable payment (1961); T. Paterson, Managementtheorie (1973).