(frommelde, heeft gefrommeld),
I. (onoverg.) onrustig spelende bewegingen met de vingers maken: aan het tafelkleed —;
II. (overg.)
1. kreukels maken in, kreukelend ineendrukken: een gefrommelde zakdoek;
2. (tersluiks) op knoeierige wijze (weg)stoppen: iets tussen zijn kleren —.