Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Franken, Mannus

betekenis & definitie

Ned. filmregisseur, *6.2.1899 Amsterdam, †1.8.1953 Lochem. Franken studeerde in Parijs, kwam in contact met de avant-gardefilm en droeg bij aan het succes van de filmliga.

In 1929 was hij medeoprichter van de bioscoop De Uitkijk te Amsterdam; hij leidde deze enige tijd. Hij stichtte het Centraal Bureau van Ligafilms, een filmcollectie die een belangrijke plaats ging innemen binnen het Nederlands Filmmuseum te Amsterdam. In 1929 begon hij zelf te filmen. Ten onrechte worden veelal het speelfilmexperiment Branding en het cinépoème Regen in hoofdzaak toegeschreven aan J.Ivens met wie hij destijds samenwerkte. Uit die periode stammen zijn documentaire Jardin du Luxembourg en enige korte filmpjes, o.a. De trekschuit (1932).

Hij vertrok naar Ned.-Indië en maakte daar documentaires, o.a. Pareh, het lied van de rijst (1936), Tanah Sabrang (1938), ’t Sal waerachtig wel gaen (1940). Van 1945—49 volgde een tweede verblijf in Indonesië, waar hij met J.C.Mol 163 afleveringen van het documentaire weekjournaal Wordende wereld vervaardigde. In 1952 maakte hij zijn laatste film, Slaat op den trommele.

< >