Duits protestants mysticus, *20.1.1499 Donauwörth, ♱herfst 1542 Bazel. Franck, priester in het bisdom Augsburg, werd streng lutheraans en legde in 1528 zijn ambt neer.
Hij kwam in 1529 te Straatsburg, waar hij zich bij de ‘spiritualisten’ voegde. Van verschillende kanten bestreden, werd hij als ketter door het theologenconvent te Schmalkalden (1540) veroordeeld vanwege zijn kritiek op lutheranisme en zwinglianisme (als te zeer met politiek verbonden), het verwerpen van de rechtvaardigingsleer en van de ‘papieren paus’ van het Schriftgezag (waartegenover hij het innerlijk licht van de H.Geest plaatste). Behalve Luther heeft vooral de mystiek van J.→Tauler op hem ingewerkt. Werken: Chronica, Zeytbuch und Geschychtbibel (1531), Paradoxa (1534; een verzameling van tegenstrijdigheden in de bijbel), Ketzerchronik (1534), Die deutsche Sprichwörter (1541). Uitgave: Gesamtausgabe, door W.Zeiler (1965). LITT.
J.Lindeboom, Een franc-tireur der reformatie (1952); S.Verheus, Kroniek en kerugma. Een theol. studie van de Geschichtsbibel van S.Franck en de Maagdenburger Centuriën (1958); M.Barbers, Toleranz bei S.Franck (1964).
