[→Fr .franchise, vrijdom], v., (ook: systeemlicentie), een contractueel geregelde partiële samenwerkingsvorm tussen ondernemingen.
(e) Bij franchising verleent een ‘franchisor’ (inschakelaar) als representant van het grootbedrijf tegen vergoeding rechten en hulp (‘franchise’) aan een of meer ‘franchisees’ of franchisenemers (ingeschakelden) als representant van het kleinbedrijf om een duidelijk omschreven programma voor de afzet van bepaalde goederen en/of diensten te gebruiken, onder de verplichting bepaalde afzetbevorderende maatregelen te nemen. Schakels van verschillend niveau uit een of meer bedrijfskolommen zijn hierbij vertegenwoordigd. De franchise heeft geen vaste inhoud en kan naar branche en afzonderlijk geval verschillen. Tussen de beide partijen bestaan echter sterke contractuele bindingen. De franchisenemer exploiteert het bedrijf als zelfstandige ondernemer voor eigen rekening, maar presenteert zich naar buiten als filiaalhouder en wordt in zijn inkoop, verkoop en verder bedrijfsbeheer begeleid en gecontroleerd door de franchisor; zijn zelfstandigheid wordt derhalve beperkt. Voordelen zijn echter b.v. de verkoopkracht van naam of embleem, centraal georganiseerde reclame-acties, steun bij financiering.
Voor de franchisor betekent het risicospreiding, sterke groeimogelijkheden, flexibiliteit van samenwerkingsvorm, uitbuiting van mogelijkheden van lokale markten, de opbouw van een filialennet zonder de daaraan verbonden kosten van personeel enz. Beide partijen profiteren van de ‘economics of scale’. Soms treden echter spanningen op in de samenwerking, mede door de ongelijksoortigheid van partijen, en voor de inschakelaar zijn negatieve punten te vinden in de wens van ingeschakelden tot meer autonomie, terwijl de opbouwperiode van een franchisesysteem vrij lang is. Franchising vertoont kenmerken van verticale integratie waarbij de systeemgedachte de boventoon voert en de inschakelaar duidelijk de bedoeling heeft de distributieketen te bekorten.
Tot de fabuleuze groei van de franchising hebben verschillende factoren bijgedragen zoals de doorbraak van de marketinggedachte, de toepassing van de systeemconceptie in de bedrijfskolom, machtsverschuivingen in de distributieketen, veranderd consumentengedrag, schaarste aan vermogen en vakbekwaam personeel. Anderzijds is sinds het midden van de jaren zestig het klimaat voor franchising drastisch veranderd. Overheid en bedrijfsleven zijn in beweging gekomen om de ongebreidelde groei te reguleren en uitwassen te voorkomen (vgl. ook anti-trustwetgeving).
Een voorloper van de franchising is in zekere zin het →vrijwillig filiaalbedrijf in de detailhandel, waar een feitelijke franchising mogelijk en omschakeling niet onwaarschijnlijk is. Voor het grootwinkelbedrijf zal overschakeling op franchising minder problemen opleveren, terwijl ook de drang daartoe geringer is dan bij het vrijwillig filiaalbedrijf; de systeemlicentie vertoont duidelijke karakteristieken van concurrentiebeperking (anti-kartelbepalingen); terwijl de coöperatie een samenwerkingsvorm van veel geringere samenwerkingsgraad is dan de systeemlicentie, is de coöperatieve organisatievorm veel minder centraal ingesteld met minder discipline en beperkter groeimogelijkheden; hoewel er vele overeenkomsten bestaan met joint ventures, ligt toch transformatie van een joint venture in een systeemlicentie niet erg voor de hand (ontbreken van gering aantal partners, verticale relaties niet primair, eenheid van imago van ondergeschikt belang, enz.). Een bijzondere vorm van franchising is het zgn. exclusieve verkoopcontract met voorbeelden in o.a. de auto-, olieen frisdrankenindustrie (CocaCola verleent exclusieve bottelrechten).
In Nederland is franchising geen nieuw verschijnsel. Reeds in 1934 startte Jamin NV met systeemdepothouders. Een actueel voorbeeld is b.v. De Bijenkorf NV, die een deel van de H E M A-filialen op franchisingbasis runt. Voorbeelden van Amerikaanse penetratie op de Ned. markt zijn o.a. Holiday Inn en Wimpy.
Reeds zijn bij vrijwillige filiaalbedrijven zoals VIVO en de Spar tendensen waarneembaar, kenmerken van systeemlicentie in hun organisatie in te voeren. Ziet men naar de franchisebranches in de VS, dan zijn de toepassingsmogelijkheden vrijwel onbeperkt.
Voor België zijn te noemen Coca-Cola (frisdranken), Hertz en Avis (autoverhuur), Hilton Hotels, Repar (kleine reparaties), Kentucky Fried Chicken (voeding) e.a.
LITT. Franchising Europ. Symposium. Uitg. van het Belg. Comité v.d. Distributie (2 dln. 1974); W. Weima, Franchising als samenwerkingsvorm tussen ondernemingen (1974); A.C.R.Dreesmann en E. v.d.Wolk (red.), Dynamiek in de distributie (2 dln. 1975).