[Fr., gesmolten], v./m.,
1. gerecht van gesmolten kaas of van kleine stukjes in olie gebakken vlees met pikante saus;
2. in boter geslonken groenten of vruchten.
Men kent twee soorten fondue:
1. Vleesfondue (ook: fondue bourguignonne). Hiervoor gebruikt men een réchaud of tafelkomfoor, waarop de fonduepan of caquelon met hete olijfolie, maïsolie of speciaal frituurvet staat. Blokjes mooi mals vlees worden aan speciale fonduevorken in de frituur naar eigen smaak gebakken. Daarna haalt men het gebraden vlees door dipsausen, die dit gerecht begeleiden.
2. Kaasfondue. Voor dit gerecht smeert men een fonduepan met knoflook in, vult deze met witte wijn en geraspte Zwitserse kaas en brengt dit mengsel al roerend langzaam aan de kook. Men voegt wat maïzena met kirsch aangeroerd toe, laat het mengsel aan de kook komen en brengt het op smaak. Er wordt stokbrood bij gegeten.
