Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

flavonen

betekenis & definitie

[Lat. flavus, geel], o. (mv.), groepsnaam voor gele plantekleurstoffen.

De flavonen komen in de planten voor hetzij in de vorm van glucosiden hetzij in vrije toestand (flavonolen). Flavonolen zijn derivaten van flavon en kunnen synthetisch worden bereid. Flavonen zijn zeer verspreid in de natuur, veelal in de vorm van esters van tanninezuur of van glucosiden. Bekende hydroxy-flavonen zijn: chrysine, C15H10O4, komt voor in knoppen van populieren, het kleurt wol hel geel, indien gebeitst met aluminiumoxide; luteoline, C15H10O6, komt voor in Reseda luteola, het kleurt weefsels, gebeitst met aluminiumoxide, oranje; morine, C15H10O7, komt voor in een gele houtsoort (morus tinctoria); quercetine, C15H10O7, komt in de vorm van een ramnoside voor in de schors van de Amerikaanse eik en in de bladeren van de paardekastanje.

< >