*27.7.1881 Höchst am Main, ♱31.3.1945 München. Fischer werd in 1916 hoogleraar medische chemie te Innsbruck, in 1918 te Wenen en in 1921 hoogleraardirecteur van het Organisch-Chemisch Instituut van de technische hogeschool te München.
Fischer bestudeerde o.a. de reactieproducten van galkleurstof. Hierbij kwam hij in aanraking met de chemie van bloedkleurstof die hij in zuivere kristallijnen vorm kon verkrijgen. Samen met de Münchener patholoog M.Borst bestudeerde hij de porfyrinen. Voor zijn onderzoekingen van de bloeden bladkleurstoffen en de synthese van hermine verkreeg hij in 1930 de Nobelprijs voor scheikunde. Werk: (met H.Orth) Die Chemie des Pyrrols (2 dln. 1939— 40).