talen die behoren tot de Austronesische taalfamilie. Zij worden gesproken door ca 17 mln. personen op de Filippijnen.
Het aantal talen is niet precies op te geven: de volkstelling van 1960 ( registreerde 75 verschillende taalgroepen, maar het totale aantal talen en dialecten is nog niet met zekerheid te bepalen. De acht talen met het grootste aantal sprekers zijn: Tagalog, de nationale taal, gesproken vooral in en om de hoofdstad Manila, maar door zijn toenemende verbreiding ook min of meer over de gehele Filippijnen verspreid (ca. 5 mln. sprekers); Cebuano of Sebuano, o.a. gesproken op de eilanden Cebu en Bohol (ca. 4 mln. sprekers); Ilokano (op Luzon, 2,5 mln.); Hiligaynon-Bisaya (2 mln.); Bikol (op Zuidoost-Luzon, 1,3 mln.); Waray (op de eilanden Samar en Leyte, ruim 1 mln.); Pampango en Pangasinan (op Luzon, ieder ruim een half mln.). Vooral in de steden is het Engels sterk verbreid. Er verschijnen Engelse kranten, terwijl deze taal ook veel door intellectuelen wordt gebruikt. Niettemin is het Tagalog bezig het Engels te overvleugelen. Kort voor de Tweede Wereldoorlog sprak nog maar een kwart van de bevolking Tagalog als eerste of tweede taal; sinds de jaren zestig is dit gestegen tot ruim 60 % van de bevolking.
De invloed van het Spaans blijkt uit het grote aantal ontleningen. Spaans wordt echter nog maar door 2 % van de bevolking gebruikt. The Institute of National Language te Manila heeft tot taak te werken aan de verbreiding en standaardisering van het Tagalog; verder is men bezig met een woordenboek voor het Tagalog, een grammatica en een standaardspelling. De Filippijnse talen werden in de 16e en 17e eeuw bestudeerd door Spaanse priesters; in de 19e eeuw o.a. door Kern en Laktaw (Spaans-Tagalog woordenboek, 1889); en in de 20e eeuw door de Amerikanen L.Bloomfield, F.Blake, de Duitser O.Schurer en de Filippino’s C.Lopez en E.Constantino. LITT. E.J.Frei, The historical development of the Philippine national language (1959); T.A.Sebeok (red.), Current trends in linguistics vin (1971).