Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fier

betekenis & definitie

bn. en bw. (-der, -st),

1. (van personen) vervuld en uiterlijk blijk gevend van een sterk zelfbewustzijn en eergevoel, in gunstige zin hooghartig: een karakter; (gew.) — op, trots op: hij is op zijn afkomst; (van dieren) van een houding die herinnert aan die van fiere personen;
2. (van zaken en handelingen) getuigend van, inspirerend tot de onder 1. beschreven gemoedsgesteldheid: — wappert de Nederlandse vlag.

< >