Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fictief (fiktief)

betekenis & definitie

[Lat.], bn. en bw., (-tiever, -st), lenkbeeldig, niet werkelijk bestaand maar ter wille van een beschouwing aangenomen: een fictieve winst; een fictieve persoon, niet-lijfelijke rechtspersoon; (handel) — entrepot, dat niet door de overheid afgesloten wordt; (zelfst.) opgeslagen in -, in een particulier pakhuis dat als entrepot geldt.

< >