[Gr.], o., de opvatting dat het kennen niet doordringt tot de dingen zelf, maar slechts tot hun verschijningsvorm.
Fenomenalisme behoeft niet te leiden tot ontkenning van een werkelijkheid. De fenomenalisten in de Wiener Kreis, die tegenover de fysicalisten stonden, waren van mening dat de logische structuren en verhoudingen van de fenomenen een afbeelding waren van de werkelijke dingen (dit laat zich nl. in de moderne leer van de logica der relaties aannemelijk maken). Wanneer men dus de logische verhoudingen van de fenomenen kent, kent men tegelijk ook die van de werkelijke dingen, zie fysicalisme.
LITT. V. Kraft, Der Wiener Kreis. Ein Kapitel der jüngsten Philosophiegeschichte (1950).