Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Fénelon

betekenis & definitie

François de Salignac de la Mothe-, Frans bisschop en schrijver, *6.8.1651 Fénelon (Périgord), †7.1.1715 Kamerijk. Fénelon werd priester en was van 1678-88 overste van een instelling voor vrouwelijke bekeerlingen.

In 1687 publiceerde hij Traité de l’éducation des filles; in 1689 werd hij belast met de opvoeding van de hertog van Bourgogne, kleinzoon van koning Lodewijk XIV. In 1695 werd Fénelon aartsbisschop van Kamerijk met behoud van zijn functie aan het hof. Sinds 1688 was hij beïnvloed door het quiëtisme van Madame Guyon; toen hij haar verdedigde in Explication des maximes des saints (1697), kwam hij in conflict met Bossuet, werd van het hof naar zijn bisdom verbannen en in 1699 te Rome veroordeeld. Kort nadien verscheen, buiten weten van Fénelon, de opvoedkundige roman Aventures de Télémaque, die hij ca. 1694 voor de hertog van Bourgogne had geschreven. Daar dit boek werd gezien als een kritiek op de regering van Lodewijk XIV, viel Fénelon voorgoed in ongenade bij de koning. Fénelon was een gecompliceerde figuur, die naast bewondering voor de klassieken ook moderne opvoedingsideeën bezat.

Op grond van de sensitivistische inslag van zijn werk en de poëtische stijl kan hij worden beschouwd als voorloper van de romantiek. Uitgaven: Oeuvres complètes (34 dln. 1820-1930); Écrits et lettres politiques (4 dln. 1920).LITT. E. Carcassone, Fénelon (1958); A. de la Gorce, Le vrai visage de Fénelon (1958); B. Dupriez, Fénelon et la bible (1961); H.C. Barnard, Fénelon on éducation (1966).

< >