[Lat. Phidias], Grieks beeldhouwer te Athene, *ca. 500 v.
C., †ca. 430 v. C. De laatstbekende datum uit zijn leven is 433 of 432 v. C., het jaar waarin hij werd aangeklaagd wegens diefstal van goud en ivoor, bestemd voor het beeld van Athena Parthenos, en wegens goddeloosheid, omdat hij zichzelf op het schild van dit beeld zou hebben afgebeeld. Volgens de overlevering zou Hageladas zijn leermeester zijn geweest. Feidias is de belangrijkste exponent van de Attische beeldhouwkunst van de 5e eeuw v.
C. Veel beelden worden met hem in verband gebracht; slechts enkele zijn werkelijk van zijn hand. Tot zijn vroege werken behoort de zgn. Athena Promachos, een ca. 8-10 m hoog bronzen standbeeld op de Akropolis te Athene. Hiervan bestaan geen zekere kopieën, wel beschrijvingen en zeer kleine afbeeldingen, o.a. op munten; de basis van het beeld (5,25 x 5,25 m) is op de Akropolis gevonden. De Apolloon Parnopios en een wijgeschenk voor Miltiades in Delfi worden genoemd als jeugdwerken.
Hiertoe behoort ook de Athena Lemnia (ca. 465-450 v. C.), een bronzen Athenabeeld, gewijd door de Lemniërs op de Akropolis. Van dit beeld zijn kopieën bekend; één ervan is door A. Furtwangler met waarschijnlijkheid samengesteld uit een kop te Bologna en een torso te Dresden.Feidias was bevriend met de staatsman Perikles die hem na ca. 450 v. C. belastte met het toezicht op alle bouwwerken te Athene. Als zodanig had hij bemoeienis met de bouw van het Parthenon (447-432 v. C.). Hoewel Feidias’ aandeel hierin moeilijk te schatten is, ligt het voor de hand dat het beeldhouwwerk aan deze tempel onder zijn leiding is gemaakt, te meer omdat hij ook het beeld voor de godin maakte. Deze Athena Parthenos, in 437 v.
C. voltooid, was ca. 12 m hoog en gemaakt van goud en ivoor over een houten kern. De staande godin hield een Nike op de rechterhand, een schild in de linker en was gehelmd. Er bestaan kopieën van op kleine schaal (Varvakeion-statue, Athene). De andere sculpturen van het Parthenon tonen duidelijk zijn invloed: het Panatheneeën-fries, de beelden in de frontons en de metopen zijn naar alle waarschijnlijkheid door hem ontworpen en gedeeltelijk uitgevoerd. Uit later tijd dateert een aantal slechts in de litteratuur, vooral bij Pausanias, vermelde beelden, o.a. een Anadioumenos, een Afrodite Ourania, een Amazone. Zijn meest beroemde latere werk was het zittende Zeusbeeld te Olympia, in de oudheid als het toppunt van kunst beschouwd. Het was een kolossaal beeld, gemaakt van goud en ivoor; kopieën bestaan er niet van.
Door het ontbreken van originelen is het zeer moeilijk Feidias’ stijl te bepalen; de beelden waren vaak statisch en monumentaal, de reliëfs levendig en ritmisch van compositie (fries van het Parthenon, British Museum Londen). Zijn bekendste leerlingen waren Agorakritos en Alkamenes, zie Afrodite, zie amazone, zie Athene.
LITT. E. Langlotz, Phidias-Probleme (1947); G. Becatti, Problemi fidiaci (1951); J.L. Liegle, Der Zeus des Phidias (1952); F. Brommer, Die Skulpturen der Parthenon-Giebel (1963); J. Boardman enz., The art and architect, of ancient Greece (1967).