Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Fagel (François)

betekenis & definitie

François, Ned. rechtsgeleerde, *20.12.1659 ’s-Gravenhage, †14.10.1746 ’s-Gravenhage. Fagel studeerde te Leiden.

Daarna richtte zijn loopbaan zich op het openbare bestuur. Na van 1685-90 onder zijn vader als tweede griffier werkzaam te zijn geweest, was hij van 1690—1744 griffier van de Staten-Generaal. Hij werkte als zodanig onder de raad-pensionarissen A.Heinsius, J.van Hoornbeek, S. van Slingelandt en A.van der Heim. Vooral na 1702 genoot hij in binnenen buitenland grote roem wegens zijn juridische en administratieve kwaliteiten en zijn integriteit. Hij was voorstander van het ‘oude systeem’: het in de buitenlandse politiek samenwerken van de Zeemogendheden (Engeland en de Republiek), de politiek van koning-stadhouder Willem III.LITT. N.M Japikse, Het archief van de familie Fagel (1964).

< >