bn. en bw. (-er, -st),
1. op een fabel gelijkende, ongeloofwaardig: dat klinkt —;
2. waarvan (alleen) in fabelen verhaald wordt, niet werkelijk zo bestaand: een — goudland; als uit een fabel, ongelooflijk klinkend: kleinodiën van fabelachtige waarde; fabelachtige prijzen, buitengewoon hoog; als bw. van graad, in onvoorstelbare mate: — duur.