een op 27.9.1968 te Brussel door de toenmalige zes EEG-landen gesloten verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Tractatenblad 1969 nr. 101), in alle aangesloten staten op 1.2.1973 in werking getreden (Ned. KB 4.1.1973, Stb. 1, Belg. wet van 13.1.1971).
Ter uitvoering van art. 220 van het Verdrag van Rome gesloten, strekt het EEG-Bevoegdheidsen executieverdrag tot vereenvoudiging van de formaliteiten waaraan de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen onderworpen zijn (het vrije verkeer van vonnissen), alsmede tot vergroting van de rechtsbescherming van degenen die binnen de EEG gevestigd zijn. Het verdrag is een traité doublé: 1. Met betrekking tot de bevoegdheid geldt als hoofdregel dat zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een EEG-staat, ongeacht hun nationaliteit, uitsluitend voor de gerechten van die staat kunnen worden opgeroepen (art. 2 lid 1, en art. 3 lid 1). Het verdrag beschermt ten deze dus niet de onderdanen maar de inwoners van de EEG-staten. Daarnaast verklaart het verdrag voor een aantal gevallen de rechters van een op andere wijze met de zaak verbonden EEG-staat bevoegd, en wel: hetzij naast de rechters van het woonland van de gedaagde, hetzij — exclusief — in plaats van de rechters van het woonland van de gedaagde (artt. 5 vlg. resp. artt. 16 vlg.).
2. Met betrekking tot de erkenning en de tenuitvoerlegging geldt als hoofdregel, dat de rechterlijke beslissing, gegeven in het ene EEG-land, in het andere (aangezochte) zonder meer wordt erkend (art. 26) en, na te zijn voorzien van een rechterlijk verlof tot tenuitvoerlegging (zie exequatur) in het aangezochte land, aldaar kan worden tenuitvoergelegd (artt. 31 en 32). Erkenning of tenuitvoerlegging vinden niet plaats o.a. indien de erkenning in strijd is met de openbare orde van de aangezochte staat of indien de beslissing was gegeven door een rechter die niet bevoegd was volgens het verdrag. Dit voor de procespraktijk zeer belangrijke verdrag is van toepassing in burgerlijke en handelszaken. Het geldt niet voor zaken van personenrecht (echtscheiding, enz.), erfof faillissementsrecht en evenmin voor zaken betreffende sociale zekerheid en voor arbitrage. De goedkeuringsen uitvoeringswetten zijn opgenomen in het Belg. Stb., 31.3.1971 en in het Ned. Stb. 1972, nummers 240, 241.
LITT. G.A.L. Droz, Compétence judiciaire et effets des jugements dans le marché commun (1972); M. Weser, La convention communautaire sur la compétence judic. et l’exécution des décisions en matière civ. et comm. (1973).