Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Europees evenwicht

betekenis & definitie

grondbeginsel van de internationale politiek in Europa dat ruim vier eeuwen gold (ca. 1520-ca. 1935) en inhield dat geen enkele mogendheid zo machtig mocht worden, dat zij andere mogendheden zou kunnen overheersen. Dit beginsel is vooral van Engelse zijde sterk bevorderd, uit angst dat een land dat het Europese continent beheerste de Engelse veiligheid in gevaar zou brengen.

De dreigende overmacht van één staat leidde herhaaldelijk tot coalities van de bedreigde, minder machtige staten. Tot de late middeleeuwen hadden het Romeinse en het Byzantijnse Rijk, de Europese keizerrijken en het Duitse Rijk universele pretenties, waardoor geen internationaal Europees machtsevenwicht aan de orde was. Tijdens de late middeleeuwen ontstond een soort Italiaans evenwicht, dat ca. 1500 door Spaanse en Franse interventie verstoord werd. Sindsdien was de strijd tussen Frankrijk en Spanje tot het midden van de 17e eeuw bepalend voor het ontstaan van een Europees evenwicht. In de tijd van de Reformatie en Contrareformatie gold er wel een Europees evenwicht, maar dit kwam nog niet in politieke theorieën tot uitdrukking. De grootste bedreiging voor het Europees evenwicht vormden achtereenvolgens de Habsburgers (vooral Spanje en Oostenrijk), Frankrijk, Duitsland en Rusland.

Het Franse streven naar hegemonie was het sterkst ten tijde van Lodewijk XIV en van Napoleon I (zie Coalitieoorlogen). Daarna mislukte een poging van het Russische Keizerrijk om een overwicht in Midden-Europa te verwerven door de Krimoorlog (1853-56). De verwezenlijking van de Duitse eenheid betekende een potentiële bedreiging van het Europees evenwicht, die echter door het beleid van de Duitse kanselier Bismarck nog latent bleef (1871-90). De Duitse nederlagen in de beide wereldoorlogen brachten uiteindelijk de ondergang van het Europees evenwicht met zich mee, daar na 1945 de USSR als enige grote mogendheid in Europa overbleef. Daarna ontstonden nieuwe vormen van internationaal evenwicht in de vorm van mondiale machtsblokken.LITT. E. Kaeber, Die Idee des europ. Gleichgewichts in der publiz. Lit. vom 16. bis zur Mitte des 18. Jahrh. (1907); V.

Terlinden, Impérialisme et équilibre (1952); L. Dehio, Gleichgewicht oder Hegemonie (2e dr. 1964); M. Wright, Theory and practice of the balance of power 1486-1914 (1975).

< >