Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Etrurisch (Etruskisch)

betekenis & definitie

I. bn., van, uit Etrurië;

II. zn. o., de taal van de Etruriërs . Het Etrurisch werd gesproken in Midden-Italië, waarschijnlijk tot in de Romeinse keizertijd. Er zijn ruim 10000 teksten gevonden in het Etrurisch. De langste tekst (ca. 1500 woorden) bestaat uit de resten van een linnen boekrol die als windsel voor een Egyptische mummie gebruikt is en een offerkalender bevatte. Deze teksten kunnen wel gelezen worden, aangezien een Grieks alfabet gebruikt werd, maar slechts gedeeltelijk begrepen, omdat de taal zelf niet onmiddellijk met een bekende taalgroep verwant schijnt te zijn. De vraag naar de indeling heeft vele geleerden bezig gehouden en er zijn pogingen ondernomen het Etrurisch bij het Indogermaans, het Fins-Hongaars, de niet-Indogermaanse elementen van het Lydisch en Hettitisch, het Kaukasisch-Baskisch, het Egyptisch, en ook het Drawidisch in te delen. Vrij algemeen wordt aangenomen dat de Etruriërs uit Klein-Azië naar Italië zijn gekomen; op het eiland Lemnos is een inscriptie gevonden in een nauw verwante taal.

In Rome was het Etrurisch in de oudste tijden een hogere cultuurtaal, die door beschaafde kringen naast de moedertaal gebruikt werd. Van enkele woorden wordt de betekenis reeds door antieke auteurs vermeld, terwijl een aantal leenwoorden (vooral aan het Grieks ontleende mythologische namen) eveneens gedetermineerd konden worden. De taal wordt o.a. gekenmerkt door explosieven zonder stemtoon (niet zuiver toonloos) en half-toonloze spiranten; verder door sterke syncope van klinkers, b.v. Menria (Lat. Minerva), Arnth (Lat. Aruns), Tarchns (Lat. Tarquinius).

Doordat een groot aantal inscripties een formulekarakter hebben (grafinscripties en religieuze teksten hebben de overhand) blijft de kennis van het vocabulair tamelijk eenzijdig. Door interne vergelijking en, na de vondst van b.v. de tweetalige (Etrurisch-Punisch) gouden plaatjes bij Pyrgi, ook door wat meer externe gegevens groeit langzamerhand zowel de kennis van individuele woordbetekenissen als van de taalstructuur. Het Latijn vertoont diverse leenwoorden uit het Etrurisch (b.v. atrium, persona), terwijl tal van plaatsnamen in Italië direct uit het Etrurisch stammen (b.v. Ravenna, Volterra). De Etrurische inscripties zijn te vinden in de uitgave: Corpus inscriptionum etruscarum (CIE), begonnen in 1893, voortgezet van 1907-36 en sedert 1970).

LITT. A.J.Pfiffig, Die etruskische Sprache (1969); A.J.Pfiffig, Einführung in die Etruskologie (1972); M.Pallottino, The Etruscans (1975).

< >