o. (ook: ethylalcohol), alcohol, methylcarbinol, wijngeest, spiritus), een kleurloze vloeistof.
Ethanol, C2H5OH, smeltpunt —112 °C, kookpunt 78,3 °C, volumieke massa 794 kg/m3, is in elke verhouding mengbaar met water. Het wordt veel gebruikt als oplosmiddel. De meeste ethanol wordt verwerkt in alcoholische dranken. In kleine hoeveelheden werkt het opwekkend; in grotere hoeveelheden is het giftig door de vorming in de lever van ethanal, dat slechts langzaam in het organisme afgebroken wordt. Voor technische toepassingen gebruikt men gedenatureerde ethanol, d.w.z. men voegt stoffen (b.v. methanol, kamfer) toe die het ondrinkbaar maken en slechts zeer moeilijk er weer uit te verwijderen zijn (de blauwe kleur van spiritus).
Bij gisting van suikerhoudende vloeistoffen worden de suikers omgezet in koolzuur en ethanol, door destillatie kan men uit deze vloeistoffen de ethanol afsplitsen. Bij de technische bereiding gaat men uit van zetmeelrijk materiaal zoals granen, aardappelen (afb.). De algemene reactie is dan:
C6H10O5 + H2O → diastase → C6H12O6 → zymase → 2C2H5OH + 2C02.
Uitgaande van aardappelen, verhit men deze met stoom tot ca. 130 °C waardoor de zetmeelkorrels vrijkomen. Hierbij ontstaat een dunvloeibare massa die met mout (gekiemde gerst) behandeld wordt. De diastase in de mout hydroliseert het zetmeel tot maltose. Hierna voegt men gist toe; het hierin aanwezige enzym maltase splitst maltose in glucose dat in een gisting ethanol levert. De verkregen vloeistof wordt via destillatie omgezet in ethanol van 90 % (in de gegiste vloeistof slechts 18 %). De resten die overblijven na de destillatie bevatten o.a. eiwitten en worden onder de naam ‘spoeling’ als veevoer gebruikt.
De ruwe ethanol van 90 % wordt gefractioneerd gedestilleerd tot ethanol van 95,6 %. De naloop van de destillatie, de zgn. foezelolie, bestaat uit hogere alcoholen. Zuivere watervrije ethanol krijgt men door het te koken met ongebluste kalk, waardoor het aanwezige water gebonden wordt, bij destillatie gaat dan zuiver ethanol (absolute alcohol) over. Een methode om ethanol te bereiden die economisch gunstiger wordt is de bereiding door fermentatie van sulfietpulploog, dat als bijprodukt vrijkomt bij de papierfabricage. Ethanol wordt ook op grote schaal verkregen door additie van water aan etheen onder invloed van katalysatoren. De reactie is dan: C2H4 + H20 → katalysator → C2H5OH, bij 260 °C bij aanwezigheid van H3P04.