[Lat. erumpere, uitbreken, uitbarsten], v. (-s), uitbarsting (geologie) van een vulkaan, (techniek) van gas en vloeistof uit een oliebron ; (geneeskunde) uitslag.
In de aardolie-industrie wordt onderscheid gemaakt tussen twee types erupties:
1. de vrije, plotselinge en ongecontroleerde eruptie, d.i. een niet bedwongen uitstorting van ruwe aardolie uit een boorput;
2. de bedwongen, beteugelde, vrije uitstroming van aardolie uit een produktieput als gevolg van de in de producerende laag aanwezige druk. In beide gevallen spreekt het Ned. van een spuiter.