Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

equatoriale stroom

betekenis & definitie

een op verschillende oceanen nabij de evenaar aanwezige, westelijke zeestroming, die ontstaat onder invloed van de passaatwinden. In de Atlantische en Grote Oceaan bestaan een noordelijke en een zuidelijke equatoriale stroom, waarbij de zuidelijke tot op het noordelijk halfrond reikt.

In de Indische Oceaan vindt men wel steeds een zuidelijke equatoriale stroom, maar de noordelijke komt slechts voor tijdens de noordoostmoesson. Tussen een noordelijke en een zuidelijke equatoriale stroom vindt men een min of meer duidelijke, naar het oosten gerichte equatoriale tegenstroom. Zowel in de Atlantische als in de Grote Oceaan is de zuidelijke sterker dan de noordelijke equatoriale stroom. Overigens wisselen sterkte en ligging van deze stromen met het seizoen, waarbij op beide oceanen de grenzen gedurende de zomer (op het noordelijk halfrond) naar het noorden zijn verschoven. Zo varieert in de Atlantische Oceaan de zuidgrens van de noordelijke equatoriale stroom tussen 6°—12° NBr., en de noordgrens van de zuidelijke equatoriale stroom tussen 1°—4° NBr. De stroomsnelheid wisselt van plaats tot plaats, maar is gewoonlijk tussen 10-20 zeemijl per dag (20-40 km/d). In de Indische Oceaan is in de noordelijke winter het stroombeeld ongeveer hetzelfde als op andere oceanen, maar in de noordelijke zomer vindt men ten noorden van de evenaar een oostelijk gerichte moessonstroom, onder invloed van de zuidwestmoesson.

< >