[Fr.], benaming bij bergvestingen van een defensief systeem, nl. de afgrendeling door een of meer wallen, grachten of muren van de enige toegangsweg (landbrug) tot een bewoonde, door steile hellingen begrensde, landtong of berguitloper. De éperon barré werd sedert het Neolithicum toegepast (in Frankrijk b.v.
Chassey en Fort Harrouard) en vond een meer algemene verbreiding tijdens de ijzertijd (b.v. Hastedon bij Saint-Servais, Namen). In de Laatromeinse tijd dienden dergelijke hoogten, met een vernieuwde aanleg van een afsluitende verdediging, opnieuw als versterkte plaats (b.v. Montauban-Buzenol, Luxemburg).