Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Epe

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Gelderland, in het noordoosten van de Veluwe, 157,37 km2, 33.000 inw., 57,5% n.h., 13% r.k., 29,5% overige kerkg.

De gemeente omvat de dorpen Epe (10.000 inw.), Ernst, Oene, Tongeren en Vaassen alsmede een aantal buurtschappen. De bodem bestaat uit diluviale zandgrond en langs de IJssel rivierklei. Van de oppervlakte beslaan bos en heide ca. 50%; van de ruim 60 km2 cultuurgrond is 90% grasland. De beroepsbevolking werkt voornamelijk in de nijverheid en dienstensector. De aanwezigheid van beken met zuiver water is vroeger aanleiding geweest tot de vestiging van vele wasserijen en papiermolens. Vaassen (8000 inw.) is het administratieve centrum van de gemeente en heeft enige industrieën (machinefabrieken, meubelindustrie, ijzergieterij, aluminiumindustrie, verbandmiddelen, wasserijen en cacao-industrie).

Epe heeft een drukkerij, voedingsmiddelenbedrijven, bromfietsassemblage, metaalnijverheid en confectie-industrie. Oene is bekend om zijn klompenmakerijen. In Emst bevinden zich viskwekerijen.Het natuurschoon in het westelijke deel van de gemeente maakt van Epe een druk bezocht vakantieoord. Temidden van de natuurruimten (merendeels beperkt toegankelijk) liggen enkele oude kleine nederzettingen, zoals Niersen en Gortel; voorts een groot aantal landgoederen. Bezienswaardigheden: kasteel De Cannenburgh (oorspronkelijk 14e eeuw, huidige gebouw 16e eeuw), gelegen bij Vaassen; gotische hervormde kerk te Epe (12e-eeuwse toren), 15e-eeuwse toren in Vaassen.

< >