[Fr.], v./o. (-s),
1. ingang, toegang;
2. handeling en wijze van binnentreden, intrede: zijn entree maken;
3. het recht om binnen te treden: vrij entree; vandaar toegangsprijs (meestal o.); (ook) bedrag dat men moet betalen om lid van een vereniging te worden;
4. voorspel, introductie; de eerste dans;
5. gerecht na de soep en vóór het gebraden vlees, voorspijs;
6. optreden van clowns als zelfstandig programmanummer in een circus;
7. aansluiting met busjes in een isolatieplaatje;
8. ingelaten rand om sleutelgaten in meubelen te beschermen.