o., in het Ned. ondernemingsrecht het recht van belanghebbenden om via tussenkomst van de rechter een onderzoek te doen instellen naar het beleid en de gang van zaken in NV’S, BV’S en coöperatieve verenigingen.
Het enquêterecht is nader geregeld in de wet van 10.9.1971 tot wijziging van de artt. 53—54c WvK. Bevoegd om dit onderzoek aan te vragen zijn o.a. de aandeel- of certificaathouders van minimaal een tiende van het geplaatste kapitaal; daarnaast ook de vereniging van werknemers die in de onderneming werkzame personen onder haar leden telt en tenminste twee jaar in het bezit van rechtspersoonlijkheid is, mits zij krachtens haar statuten ten doel heeft de belangen van haar leden te bekrachtigen en als zodanig in de bedrijfstak of onderneming werkzaam is. De verzoekers moeten van tevoren hun bezwaren tegen het beleid of de gang van zaken kenbaar hebben gemaakt aan het bestuur en de raad van commissarissen. Voorts moet de vereniging van werknemers de aan de onderneming verbonden ondernemingsraad in de gelegenheid stellen om schriftelijk van zijn gevoelen te doen blijken. Indien uit de enquête blijkt dat er inderdaad sprake is van wanbeleid, kan de rechter maatregelen treffen, zoals schorsing of ontslag van een of meer bestuurders of commissarissen, de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen, vernietiging van besluiten van de vennootschapsorganen en ontbinding van de vennootschap.
