(Retoromaans: Engiadina), Zwitsers dal van de Inn in het kanton Graubünden, aan de noordkant begrensd door de Engadiner Alpen. Het strekt zich uit van de Malojapas (1817 m) tot Martinsbruck (1037 m) aan de Oostenrijkse grens.
Het is 91 km lang en ca. 2 km breed en dankt zijn vorming evenals de in het dal gelegen meren (Silser, Silvaplaner, Sankt Moritzer See, enz.) aan de Inngletsjer. Door Punt Ota, 39 km ten noorden van Maloja, wordt het verdeeld in twee delen: Ober-Engadin en Unter-Engadin. Het klimaat heeft een continentaal karakter met droge lucht en veel zonneschijn in de winter, vooral in Ober-Engadin, waardoor dit deel een veelbezochte streek is geworden: wintersport, herstellingsoorden (Sankt
Moritz, Pontresina, Zuoz). Unter-Engadin heeft een meer afwisselend landschap, met een diepliggende bedding van de Inn. Bij Zernez begint de landbouw. De dorpen liggen meestal op terrassen en vertonen hier nog het typische Engadinerhuis (beschilderde gevel).
De voornaamste plaatsen zijn hier: Zernez, Scuol-Tarasp-Vulpera. Veeteelt is hier hoofdbestaansmiddel. De bevolking spreekt nog Retoromaanse dialecten en is protestant. In het gebied van Zernez zijn grote waterkrachtwerken in aanbouw. Bij de grens van Oberen Unter-Engadin ligt het Zwitserse nationale park (ca. 169 km2).
