Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Emplooi

betekenis & definitie

[Fr.], o. (-en),

1. bezigheid, bediening, betrekking: zonder vast emplooi;
2. gebruik, ook van personen in een werkkring;
3. soort van rol waarvoor een acteur is geëngageerd .

Een toneelspeler werd, o.a. in de 18e en 19e eeuw, door aanleg, oefening en leeftijd het meest geschikt voor een bepaalde rol in enig genre bevonden. Het stelsel werd gaandeweg opgeheven daar het de ontplooiing van de individuele mogelijkheden van de acteur belemmerde (in Nederland door A.J. Legras in 1874). Het verdween echter nimmer geheel en herrees in de type-casting van de film. Emplooien waren o.a. jeune première, ingénue, salondame, komische Alte, père noble, niais, marqué en travesti.

LITT. B.Diebold, Das Rollenfach im deutschen Theaterbetrieb des 18. Jahrh. (1913); A.Holtmont, Die Hosenrolle (1925); H.Doerry, Das Rollenfach im deutschen Theaterbetrieb des 19. Jahrh. (1926).

< >