Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Embryozak

betekenis & definitie

m. (-ken), kiemzak, in de plantkunde een aantal cellen (of celkernen) gelegen binnen het zaadbeginsel.

De embryozak ligt in het gedeelte van het zaadbeginsel dat binnen de mantellagen ligt (de nucellus) die de buitenwand van het zaadbeginsel vormen. In het algemeen zijn er acht celkernen in de embryozak, alle met het enkelvoudige (haploïede, x) chromosomengarnituur. Een van deze kernen is de eicel (eikern). Deze gaat vergezeld van twee synergiden. Vervolgens zijn er, meestal centraal gelegen, twee ‘poolkernen’. Tenslotte liggen aan het tegenovergestelde einde nog drie antipoden.

Er zijn allerlei variaties op dit patroon. Bij de bevruchting van Angiospermae versmelt een van de stuifmeelkorrelkernen (x-chromosomen) met de eikern, waardoor een diploïede kern met 2x chromosomen ontstaat, de eerste celkern van het embryo. Tevens verenigt de tweede stuifmeelkorrelkern zich met de beide poolkernen, waardoor een triploïde kern met 3x chromosomen ontstaat, de eerste kern van het endosperm of ‘kiemwit’. Dit complex van verschijnselen heet dubbele bevruchting.

< >