v./m. (-lopen), grootste antiloop. De elandantiloop, Taurotragus oryx, behoort tot de antilopen, en bereikt de grootte en het gewicht van een rund (schouderhoogte 1,75 m, gewicht tot 1000 kg, hoornlengte 75 cm), maar is toch een snel loper en buitengewoon goed springer.
Beide seksen dragen gesloten-spiralige hoorns, die bij het mannetje zeer massief kunnen zijn.Kleur: grijs tot bruin met enige verticale witte strepen op de flanken. Deze antiloop is verspreid over Zuid-, Midden-, Westen Oost-Afrika, vaak in zeer droge streken; op veel plaatsen al zeldzaam. De huid is zeer in trek (leer); het vlees lijkt veel op rundvlees. De elandantiloop is zeer gevoelig voor veepest. Hij is gemakkelijk te domesticeren, en hier en daar al gefokt voor commerciële doeleinden (Rhodesië, Zuid-Afrika, Zuid-Rusland). Midden- en Westafrikaanse vormen van de elandantiloop worden wel onderscheiden als de zgn. reuzenelandantiloop (T. derbianus), o.a. gekenmerkt door een groter aantal verticale flankstrepen (12—15 in plaats van 6-10); in Engelssprekende landen aangeduid als eland, bij welke naam echter in het Nederlands een ander dier (zie eland) hoort.
