Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Elam

betekenis & definitie

in de oudheid de naam van het land ten oosten van Babylonië met Soesa als hoofdstad. Het omvatte het huidige Choesistan en delen van Loeristan en Fars (Zuidwest-Perzië).

De oudste beschaving in Elam behoort tot het Neolithicum; weldra vindt men ook sporen van koperen voorwerpen. Reeds spoedig deed de machtige invloed van de Soemerische beschaving zich in Elam voelen in kunst, kleding en bouwstijl. Ook het spijkerschrift moet door dat van de Soemeriërs beïnvloed zijn, maar de Elamieten hebben het zelfstandig ontwikkeld; hun oudste documenten zijn niet in het Soemerisch, maar in het Elamitisch geschreven. Onder de vele Elamitische góden kwam in de oude tijd geen Babylonische godheid voor. Het aardewerk in Elam had een eigen vorm, met een eigen stijl van beschildering: de geometrisch gestileerde planten en dieren als siermotief komen niet in Mesopotamië, maar wel in Centraal-Azië voor. Het opvolgings- en erfrecht vertoonde sinds de oudste tijden een eigenaardige vermenging van matriarchale en patriarchale voorstellingen, die bij het vorstenhuis tot aan het einde van het rijk bestonden: de koning werd eerst door de op hem volgende broer, die vicekoning was, opgevolgd en pas daarna door zijn eigen oudste zoon.

Bij het volk zette zich het erfrecht van de zoon tegenover dat van de broer in het 2e millennium v.C. langzaam door. Uit zeer vroege tijd stammen reeds berichten over botsingen tussen Babylonië en Elam. Later sloot koning Naramsin van Akkad (ca.2260 -2223 v. C.) een verbond met koning Hita (?) van Elam. Zijn opvolger Koetikinsjoesjinak wist de opperhoogheid van Mésopotamie af te schudden. Na de dynastie van Awan, die met hem ten einde was, kwamen de koningen van Oer III in Mesopotamië, waarvan een aantal zelfs een Elamitisch ‘vreemdelingenlegioen’ in dienst had; deze soldaten stonden onder een soekkal-mah, ‘grootregent’, een titel die later ook de Elamitische dynastie van de Epartiden (ca. 1850-1500 v.C.) aannam.

Aan het einde van de regering van Ibbisin van Oer lil bezette Elam het zuiden van Mesopotamië en hield huis in Oer, maar het werd vrij snel verslagen en verdreven. Tegen koning Hammoerabi van Babylon was Sirktoeh I van Elam als bondgenoot van de Babylonische stad Esjnoenna niet opgewassen. Een nieuwe bloeitijd begon voor Elam met de nieuwe dynastie van de Igehalkiden (ca. 1350—1210 v.C.), waarvan enkele koningen tegen de Babylonische Kassieten streden, maar zich uiteindelijk tegen de Assyrische koning Toekoelti-Ninoerta I niet konden handhaven. De dynastie van de Sjoetroekiden (ca.1205-1100 v.C.), maakte een einde aan de Kassietenheerschappij in Babylonië (1157 v.C.). De laatste grote koning van Elam was Sjilhakinsjoesjinak (ca.1150-1120 v.C.). Hij bereidde Babylonië door invallen veel moeilijkheden, maar na zijn dood moest Elam het afleggen tegen Nebukadnezar I van Babylon.

Tijdens de regering van de Nieuwelamitische koningen (ca. 760-644 v.C.) was er gedurig vijandschap tussen Elam en Assyrië; in 653 v.C. werd het leger van Elam bij Teil Toeba door Assoerbanipal verpletterend verslagen en was de macht van Elam ten einde. Later werd Elam de zetel van de Perzische heerschappij. In het OT worden de Elamieten beschreven als een krijgshaftig volk (goede boogschutters). Onder koning Kyros II vormde Elam een deel van het Medisch-Perzische Rijk (550 v.C.).

LITT. W.Hinz, Das Reich Elam (met bibl.; 1964): P.Amier, l’Élam (1967).

< >