m. (-en), (ook: ovulatie), het vrijkomen van een gerijpte onbevruchte eicel uit een zgn. Graafse Follikel.
Het tijdstip van de eisprong wordt gekenmerkt door een abrupte (kleine) stijging van de basale lichaamstemperatuur, en gaat vaak gepaard met de zgn. middenpijn. Vanaf dit moment is de vrouw vruchtbaar, nl. tijdens de passage van de eicel door de eileider. De eisprong maakt deel uit van de oestrische of menstruele cyclus. Door middel van hormonen kan men het optreden van de eisprong regelen.