benaming voor het gebied langs de Eems in de prov. Groningen, waar m.n. de zeehavenactiviteiten bij Delfzijl en de Eemshaven (Uithuizermeeden) van toenemend belang zijn.
De haven van Delfzijl was tot ca.1960 een handelshaven voor m.n. Noord-Nederland. De omslag van handelsgoederen bedraagt ca. 600000 t. De landen waarmee handel wordt gedreven liggen m.n. rond de Oosten de Noordzee. Na 1960 is de haven van belang geworden als zeehavenindustriegebied met activiteiten op chemisch en metallurgisch terrein. De aanwezigheid van zout (Winschoten) en aardgas (Slochteren) was daarbij van veel belang.
De omslag van industriële goederen omvat 2 mln. t. Na de aanleg van een nieuwe monding (1973) is de haven toegankelijk voor schepen tot ca. 20000 t. Ten behoeve van diep vaarwater is de Eemshaven aangelegd en vooral bestemd voor industriële doeleinden. De vestiging van nieuwe bedrijven komt langzaam op gang. Waarschijnlijk zal ca. 1980 een groot chemisch bedrijf van DSM (de vroegere staatsmijnen) zijn gerealiseerd. De haven is geschikt te maken voor schepen tot 100000 t.
De Eemsmond is van groot belang voor de economische structuur en de werkgelegenheid van de prov. Groningen. De invloed van industriële activiteiten op het milieu heeft aanleiding gegeven tot een toenemende discussie rond de Eemsmond. Dit is mede aanleiding geweest tot de beslissing de haventerreinen bij Delfzijl (850 ha) niet verder uit te breiden. De groei is daarom meer op de Eemshaven gericht. Plannen zijn aanwezig om het havengebied (1140 ha) landinwaarts uit te breiden tot ca. 2300 ha. De havengebieden in Eemsmond worden beheerd door het Havenschap Delfzijl.