Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Ebioniet

betekenis & definitie

[Hebr. ebjonim, armen], v./m. (-en), ben. voor de eerste joden-christenen, m.n. de kring Jeruzalem.

Men vindt de term ebioniet (in nieuwe vert.: arme) in Gal. 2,10; Rom. 15,26; Matt. 5,

3. Deze naam werd later gereserveerd voor hun nazaten, die als ketters beschouwd werden, omdat zij Jezus als de zoon van Jozef en Maria beschouwden (die bij zijn doop met de H. Geest begaafd was), bindende kracht aan de Mozaïsche Wet toekenden, en Paulus niet als apostel erkenden. Zij woonden in Jordanië en Syrië (Aleppo). Fragmenten van hun evangeliën, het Hebreeën-, het nazareeënen het ebionietenevangelie zijn bewaard.

LITT. H. Schoeps, Theologie und Gesch. des Judenchristentums (1949).

< >