bn.,
1. de dynamica, de beweging betreffend; dynamische krachtseenheid, kracht die aan de eenheid van massa de eenheid van versnelling meedeelt; dynamische druk, arbeidsvermogen van beweging van een stromende vloeistof of gas per volume-eenheid; dynamische elektriciteit, die wordt opgewekt door een bewegende machine (dynamo); (muziek) dynamische tekens, voordrachtstekens betreffende de mate van kracht (forte, piano enz.); het dynamisch accent, het krachtaccent;
2. (oneig.) waarin innerlijke beweging of bewogenheid overheerst: een dynamische persoonlijkheid; een dynamische tijd.