Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dwangopvoeding

betekenis & definitie

v., plaatsing in een rijksopvoedingsgesticht of een dergelijk gesticht.

Volgens het Ned. kinderstrafrecht (geldend sinds 1.7.1965), kunnen ingeval van misdrijf minderjarigen worden onderworpen aan de volgende maatregelen:

1. terbeschikkingstelling van de regering;
2. plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling;
3. ondertoezichtstelling of voogdij (art. 77 WStr). In geval van overtreding is alleen 3. toepasselijk. De oplegging van 1. en 2. kan dwangopvoeding betekenen:
1. is bestemd voor minderjarigen die zodanige opvoedingstekorten vertonen dat een min of meer langdurige (her)opvoeding nodig en mogelijk lijkt, zij wordt voor onbepaalde tijd opgelegd en kan duren tot de meerderjarigheid;
2. is bedoeld voor zeer moeilijk opvoedbare of gestoorde kinderen die in een gewone opvoedingsinrichting niet op hun plaats zijn; deze opvoeding wordt eveneens voor onbepaalde tijd opgelegd en kan duren tot de meerderjarigheid (maar niet langer). Beide maatregelen kunnen evenwel te allen tijde door de minister van Justitie worden beëindigd, voorwaardelijk of onvoorwaardelijk. Ook de rechter die de maatregel oplegde kan deze tussentijds voorwaardelijk of onvoorwaardelijk beëindigen, zij het slechts telkens na verloop van twee jaar. Over de tenuitvoerlegging geeft de Beginselenwet voor de Kinderbescherming (9.11.1961, Stb. 403) nadere bepalingen (artt. 27 en 28). De minister van Justitie kan de verzorging en opvoeding of de behandeling opdragen aan een particuliere (voogdij )instelling of de minderjarige rechtstreeks doen opnemen in een rijksinrichting.

< >