o. (-s),
1. kleine duivel; m.n. als verpersoonlijking van een (kleine) ondeugd: het duiveltje van de nieuwsgierigheid;
2. duiveltje uit een doosje, poppetje dat uit een doos te voorschijn springt zodra men het deksel opent; fig. gezegd van iemand die plotseling komt opduiken.