Guillaume, Zuidned. componist, *ca.l400 Chimay, ♱27.11.1474 Kamerijk. Dufaÿ was resp. zanger aan het pauselijk en aan het Bourgondische hof en werd na 1450 kanunnik te Kamerijk.
Hij was de voornaamste componist van de Bourgondische school. Van hem zijn 150 composities op wereldlijke en geestelijke teksten bewaard gebleven. Hij maakte de miscompositie tot een cyclische vorm, door alle delen te bouwen op één cantus firmus (zie cantus), meestal aan het wereldlijke repertoire ontleend. Voorts was hij een pionier in de ontwikkeling van de tonaliteit en de harmonie, hetgeen zich manifesteert in de voor die tijd grote welluidendheid van zijn werken. Mede hierom beschouwt men hem als de grondlegger van de Nederlandse school. In zijn latere werken verdwijnt ook de ongelijkwaardigheid van de stemmen.
Uitgave: Opera omnia, door G. de Van en H.Besseler (1947-66).
LITT. H.Besseler, Bourdon und fauxbourdon (1950); Ch.Hamm, Achronology of theworksof G. Dufay (1964).