v. (-heden),
1. vatbaarheid om op twee wijzen te worden verklaard of verstaan; dubbelzinnig gedrag; verschillende code-betekenissen hebbend ;
2. dubbelzinnige uitlating, woordspeling, equivoque, in het bijzonder met een oneerbare bijbetekenis.
GENETICA
Dubbelzinnigheid van de genetische code, is de situatie waarbij hetzelfde codon (in verschillende cellijnen) verschillende codebetekenissen kan hebben. Zo kan een UAG-codon in de ene lijn een zgn. nonsense-codon voorstellen, en in een andere voor een bepaald aminozuur coderen.