v. (-n),
1. overvloed van bezigheden: door de drukte heb ik de bestelling vergeten;
2. vertier, leven: de kermis brengt hier grote drukte;
3. omstandigheid dat er ergens veel verkeer of een grote menigte, een gedrang is: de drukte in de Domstraat;
4. drukte van iets maken, veel ophef, beweging; (van personen) rumoerige beweeglijkheid: hij heeft altijd zo’n drukte maken; (volkstaal) kouwe drukte, nodeloze drukte, ophef, pretenties.