v./m. (-pen), (ook: drukpasta), gekleurde substantie die bij textieldruk op het doek wordt overgebracht.
Een drukpap bestaat uit een drukverdikking, een kleurstof en eventueel een of meer hulpstoffen. Een drukpap moet een zodanige consistentie hebben dat de pap volledig van de drukapparatuur op het doek wordt overgedragen en dat het patroon, ook bij het fixeren van de kleurstof, niet uitvloeit. Na het drukken moet de drukverdikking uitgewassen kunnen worden. Al naar toegepaste druktechniek en kleurstof wordt een van de vele verdikkingsmiddelen gekozen, b.v. zetmeel, arabische gom, tragacant, alginaat, een veretherd zetmeel, carboxymethylcellulose, polyvinylalcohol, een polyacrylaat.