Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dronkenschap

betekenis & definitie

v., beschonkenheid, de toestand van dronken te zijn: in kennelijke staat van dronkenschap; ook: het telkens of geregeld dronken zijn.

In Nederland is dronkenschap op zichzelf niet strafbaar. Volgens art. 453 WStr is het zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden strafbaar met tot f30 boete. Bij derde of volgende herhaling binnen één jaar volgt hechtenis van ten hoogste drie weken en eventueel plaatsing voor ten hoogste één jaar in een rijkswerkinrichting. Hoewel een beschonkene verminderd toerekenbaar kan worden geacht, wordt bij misdrijven in dronkenschap begaan ook het misdrijf zelf bestraft. Bij het veroorzaken van dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld dreigt de Wegenverkeerswet (art. 36) met aanzienlijke strafverhoging tegen die schuldige die tijdens het ongeval onder zodanige invloed van het gebruik van alcoholhoudende drank verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen.

De burgerrechtelijke verantwoording voor onrechtmatige daden wordt door dronkenschap (tenzij algehele onbewustheid aanwezig was) niet opgeheven. Rechtshandelingen in dronkenschap gepleegd, zijn nietig als de beschonkene niet in staat was zijn wil te bepalen (art. 1356 BW). Ook kan drankmisbruik ondercuratelestelling ten gevolge hebben, curatele.

In België zijn de artikelen aangaande openbare dronkenschap te vinden in de Besluitwet betreffende de Beteugeling van de Dronkenschap van 14.11. 1939, terwijl de Wegverkeerswet van 16.3.1968 de alcoholintoxicatie (gehalte van meer dan 0,8 g per 1) aan het stuur met gevangenisstraf van 15 dagen tot 3 maanden en/of een geldboete van BF100— 1000 x 40 straft, en tijdelijk verval van het recht tot sturen voorziet, straffen die verscherpt worden ingeval van dronkenschap aan het stuur op een openbare plaats, d.i. wanneer de bestuurder niet meer de aanhoudende beheersing over zijn daden bezit, zonder evenwel de bewustheid ervan te hebben verloren. De rechter die kennis neemt van dergelijke inbreuk mag de staat van dronkenschap afleiden uit alle gegevens die hem tot zijn overtuiging kunnen brengen (Cass. 5.10.1970).

< >