overeenkomst tussen Duitsland, Italië en Japan, die op 27.9.1940 te Berlijn werd ondertekend. De landen bepaalden dat zij de leiding zouden hebben over het scheppen van een ‘nieuwe orde’ in Europa en Azië.
Bovendien werd vastgelegd, dat wanneer een van de drie verdragspartners werd aangevallen door een mogendheid die op dat ogenblik nog niet was betrokken in de oorlog, de twee andere verdragspartners hun bondgenoot te hulp zouden komen. Het verdrag was voornamelijk tegen de VS gericht, omdat Duitsland de VS wilde afhouden van aansluiting bij de geallieerden. Hongarije, Roemenië, Slowakije, Bulgarije en Joegoslavië traden in 1940 en 1941 tot het pact toe. De Joegoslavische toetreding werd echter ongedaan gemaakt door een staatsgreep te Belgrado, wat Duitsland aanleiding gaf om Joegoslavië aan te vallen en te bezetten (apr. 1941), waarna het nieuw gevormde Kroatië toetrad. Onderhandelingen tussen Duitsland en de USSR om met de USSR het pact uit te breiden tot een ‘Viermogendhedenpact’ (herfst 1940) mislukten. Na de aanvallen van Duitsland en Italië op de USSR (juni 1941) en de Japanse aanval op Pearl Harbor (dec. 1941), kreeg het pact een ander karakter. Op 11.12.1941 werd het omgevormd in een militair bondgenootschap, dat door de Duitse capitulatie (mei 1945) teniet werd gedaan.
LITT. E.L.Presseisen, Germany and Japan (1958); T.Sommer, Deutschland und Japan zwischen den Mächten 1935—1940 (1962); B.Martin, Deutschland und Japan im Zweiten Weltkrieg (1969); V. Issraeljan en L.Kutakov, Diplomacy of agression (1970); L.N.Kutakov, Japanese foreign policy on the eve of the Pacific War (1972).