Ned. wet van 7.10.1964, Stb. 386 in werking getreden op 1.11.1967 tot regeling van de uitoefening van de bedrijven en de werkzaamheid waarin of in het kader waarvan alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Deze wet vervangt de Drankwet 1931 en de voor de horecabedrij ven en het slijtersbedrijf geldende vestigingsregelingen, en heeft zowel een sociaal-hygiënische als een sociaal-economische strekking.
De wet bevat een vergunningenstelsel voor het uitoefenen van het horecabedrijf en stelt nadere eisen voor het verkrijgen van de vergunning. Uitputtend is in de wet geregeld het weigeren, intrekken en vervallen van de vergunning. In de wet zijn verbodsbepalingen opgenomen alsmede regels over het verstrekken van drank aan minderjarigen.Voor België: zie drankwetgeving.