v. (-s), (ook: tolunie), het samengaan van twee of meer staten met het doel voor hun gebied een gemeenschappelijk douanetarief in te stellen en een gemeenschappelijk douanebeleid te voeren.
Onder een douane-unie vallen de volgende douane-technische aangelegenheden:
1. de gelijkschakeling van de toegepaste entrepot-stelsels en de daarvoor geldende formaliteiten;
2. de unificatie van de voor in-, uiten doorvoer benodigde documenten;
3. het vaststellen van een gemeenschappelijke tarievencode;
4. het vaststellen van uniforme regels voor de waardebepaling bij invoer uit derde landen;
5. de uniformering van de methoden toegepast bij de behandeling van tarief geschillen. Tegenover de niet-deelnemende landen zal naast de vaststelling van een gemeenschappelijk buitentarief ook een gemeenschappelijke handelspolitiek moeten worden gevoerd. Een douane-unie kan het begin zijn van een nauwer economisch en zelfs politiek samengaan van de betrokken staten; in ieder geval is het een voorwaarde voor een economisch samengaan. Zo was sedert 1834 tussen verschillende Duitse staten de Zollverein van kracht, die een belangrijke bijdrage heeft geleverd tot het ontstaan van het Duitse Rijk in 1871. Nederland, België en Luxemburg vormen binnen de EG in het kader van de Benelux een douane-unie.
De afschaffing van de onderlinge douanerechten tussen de lidstaten van de EG geschiedde volgens een in het Verdrag aangegeven procentsgewijs ritme gedurende een overgangsperiode van ca. tien jaar. De hoogte van het gemeenschappelijk buitentarief werd bepaald aan de hand van het rekenkundig gemiddelde van de douanerechten van de oorspronkelijke gebieden. Dit hele proces is voltooid, zodat de Raad van Ministers op 1.7.1968 het gemeenschappelijk douanetarief kon vaststellen. Dit bestaat uit een gemeenschappelijke namenlijst met achter elk produkt het toepasselijke douanerecht. Dit recht kan door de Gemeenschap autonoom zijn vastgesteld of voortvloeien uit handelsakkoorden met derde landen. zie Europese Gemeenschappen.
Naast deze directe douanewetgeving is er ook nog secundair douanerecht, dat er toe dient om de goede werking van de douane-unie te verzekeren. Zo zijn er regels over de interpretatie van het tarief, over vrijstellingen, en over het aanduiden van de oorsprong van de goederen, b.v. uit een land waarvoor een verlaagd tarief geldt, teneinde het goede douanerecht te kunnen toepassen. De Europese Commissie werkt nog aan een verdere vervolmaking van de douane-unie b.v. ten aanzien van de hele wijze waarop de rechten geïnd moeten worden, het zgn. formele douanerecht, dat grotendeels onttrokken is aan de bevoegdheid van de Gemeenschap, evenals de geschillenregeling in het douanerecht. Hierdoor kan douanerecht, dat op zich gemeenschappelijk heet te zijn, toch weer per lidstaat verschillend worden geïnterpreteerd en toegepast.
LITT. J.E.Meade, The theory of customs union (1955); R.G.Lipsey, The theory of customs unions (1970); D.Ehla en G.Meier, EWG-Warenverkehr. Aussenhandel, Zölle, Subventionen (1971); C.Jacquemart, La nouvelle douane européenne (1971).