doua'ne (doeane) [Arab. diwan, register, lijst], v. /m. (-n), de administratie en de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wetten betreffende in-, uiten doorvoer, onderdeel van de belastingdienst.
De douaneambtenaren zijn aan de grenskantoren en in de grensplaatsen gevestigd, verder op de luchthavens en in alle handelsplaatsen van betekenis. In de aangewezen plaatsen worden deze goederen meestal opgeslagen in douaneloodsen (gesloten door de douane) en uitgeslagen na het vervullen van de douaneformaliteiten (aangifte, eventueel betaling van de rechten en visitatie door de douane). In België strekt de douane haar bevoegdheid uit over een bepaald gebied, om haar controle nauwkeurig te kunnen uitoefenen (douanezone: 10 km langs de grens, 5 km langs de kust).
